Hakama: (袴)
Iedereen is vrij een Hakama te dragen maar gezien de wat hogere aanschafwaarde wordt het pas aangeraden vanaf 3e kyu.
Niemand is verplicht een Hakama te dragen.
KeikoGi (Do-Gi)
Het is niet nodig om tijdens de kennismakingsles(sen) een Do-gi te dragen; een trainingspak volstaat.
Een witte Do-gi (Aikido-Judo-Karate-…-pak) is wel vereist daarna.
Obi (帯)(gordel).
De witte band wordt gebruikelijk met de Do-gi meegeleverd.
Kinderen krijgen hun gekleurde gordel na geslaagd examen van de club
Volwassenen dragen gebruikelijk steeds een witte (of zwarte) band.
Niemand is verplicht om de examens mee te doen (het maakt geen deel uit van de weg)
Zori (草履) (sandalen).
Van de kleedkamer naar de mat draagt men pantoffels. Op de mat staat men blootsvoets.
Gewoonlijk verkiest men “Japanse pantoffels” of Zori.
Wapens: “het bestek” .
Bokken (木剣)(de nadruk ligt op de “e”) is een houten oefen zwaard en tegelijk een zwaardvormige wapenstok.
Jo (杖): staf (128cm)
Tanto (短刀): houten oefen mes.
De wapens hoeven niet aangeschaft te worden in het eerste jaar, geleidelijk aan groeit de interesse en uiteindelijk wil je er zelf.
De “wapens” zijn erg democratisch geprijsd.
De club stelt gratis wapens ter beschikking voor beginners.
De club verkoopt ook wapens aan zijn leden tegen kostprijs.
Er is natuurlijk ook nog het traditionele Japanse Samurai-zwaard of Katana (刀)
Maar deze wordt enkel in Aikido gebruikt voor demonstratiedoeleinden.
En dan nog, we gebruiken geen Katana maar een Iaito (居合刀) om Iaido (居合道) te beoefenen (Iaido = de weg van het trekken van een zwaard)
Een Iaito is vaak een nikkel legering i.p.v staal; het is goedkoper, vergt minder onderhoud maar is niet geschikt voor contact. Men beperkt zich m.a.w. tot het trekken van het zwaard, het in mootjes hakken van lucht (en de daarin ingebeelde tegenstander) en het vlotjes terug wegsteken van het zwaard.
n.b. een Iaito hoeft dus ook helemaal niet scherp te zijn, het oogt wel erg mooi.